Naima Joris

‘Zingen is niet het doel,  het is het gevolg”

Niemand kende haar naam, op die wijsneus die de kleine lettertjes van een Isbells-plaat uitploos, maar ze bestond wel. Die stem was er immers altijd al, het vroeg alleen een laatste klein duwtje om vader Chris Joris’ aanmoediging in daden om te zetten. De smeerlap genaamd Noodlot zorgde er voor dat Naima Joris de teksten van haar zus op muziek begon te zetten, wat leidde tot een knappe EP in 2021. 2022 was echter het jaar waarin ze definitief debuteerde – drie platen ver in haar carrière.

Beeld: Eva Vlonck

Als een komeet, maar dan een met een heerlijk rokerige, jazzy stem, verscheen ze aan het firmament. Eindelijk koos Naima Joris het voorplan, en dat zond een schokgolf door het Belgische muzieklandschap: wat een stem, wat een zangeres! Anderhalf jaar na die debuut-EP volgden dit jaar niet één, maar twee platen, waarvan het meest recente While The Moon als haar echte debuut geldt. Hard gewerkt? Goh, zegt de chanteuse.

(wijst naar haar manager) “Het is allemaal zijn schuld. (lacht) Of het vooruit moest gaan, is eerder een vraag voor PIAS, mijn platenlabel, en het management, niet voor mij. Blijkbaar bestaat er een muziekbusinessmekaniekje dat zegt hoe de dingen moeten lopen, en ik ben maar dankbaar voor het gevolg.”

Hoe ging dat schrijven, blijkbaar bijna op commando? Je titelloze doorbraak-EP schreef je als rouwverwerking, in het niemandsland waar je nog onbekend was.

“En dat was zelfs nooit bedoeld als EP. Plots kreeg ik echter de kans dat er van te maken, had ik een band rond me, en toen ben ik het toch maar gaan proberen: met een leeg hoofd op gitaar of piano proberen iets te schrijven. Daar is ontstaan wat je op While The Moon hoort. Twee nummers heb ik opzij gehouden, omdat ze er qua stijl niet bij pasten. Dat is mijn output geweest. Het was plantrekkerij, met de bedoeling om zo eerlijk mogelijk te zijn.”

“Ik had nooit de ambitie om albums te maken. “Soon” was gewoon een ode aan mijn zus, het rauwe doorslikken van haar overlijden. Dus het voelt wel raar om nu plots muzikant te worden genoemd. Maar goed, met zo’n goeie muzikanten rond me, die alles prachtig uitvoeren, en een producer als Koen Gisen moet je al moeite doen om het te doen mislukken.”

Voor twee nummers dook je opnieuw in de nagelaten teksten van je zus Saskia, die in 2018 aan borstkanker overleed.

“Suddenly” is samengesteld uit mijn en haar woorden, één is echt van haar: “Hopeful Again”. Dat is haar melodie, maar dan wat aangepast aan mijn stem, zwaar verlaagd en heel jazzy gemaakt. Eigenlijk wilde ik een opname die ik van haar had gevonden op de plaat zetten, maar dat is er niet van gekomen. Daarvoor ging alles te snel. We hebben op vier dagen opgenomen, gevolgd door zes dagen mixing. En het was ook een rare periode, vorige winter. Ik ben toen heel erg depressief geworden. Het voelde alsof ik aan het verdrinken was. Dat zie je ook op de cover van het album, al straalt die tegelijk ook rust uit. Ik ben in die tijd immers ook wekelijks naar de sauna beginnen gaan, en merkte dat water erg helend werkte.”

(breekt af, herbegint)

“Ik had vandaag nog een gesprek met mijn moeder. Ze is hervallen in de kanker die ze jaren geleden dacht te hebben overwonnen – het is dus weer begonnen – en het bizarre is dat er thuis nooit triestige muziek werd opgezet. Het moest altijd een chille, positieve of op zijn minst neutrale sfeer oproepen; gewoon gezellig. We zochten de zwaarte niet op. Ik herinner me zelfs hoe mijn moeder het niet voor Jacques Brel had. Vond ze veel te deprimerend. Ik zei haar hoe grappig ik het vond dat ik nu zo’n muziek maak, die vertelt vanuit pijn. Dat was nooit mijn bedoeling, laat staan dat het mijn ding is. Soms zong ik wel triestige covers, maar het is niet dat ik thuis voortdurend bleitnummers loop te zingen. Maar ja, dat was wel de sfeer van die eerste EP, en dat sloop ook in de Tribute To Daniel Johnston die ik afgelopen lente uitbracht. En deze plaat is ook weer … niet super-heavy, maar ook niet licht. Ik moet zeggen dat ik nu wel verlang naar wat lichtheid.”

Je debuut-EP was het eindpunt van een evolutie waarbij je je diepe donkere stem ontdekte. Voel je de nood om vocaal verder te gaan experimenteren, nu je weet dat er een publiek voor je is?

“Dat deed ik al wat in een Portugees fado. Dat is best een luid genre. Normaal kan ik niet zo goed luid zingen, maar in dat nummer lukt het om uit te halen – voor zover ik dat doe. Thuis heb ik ook wat dingen liggen die wat neigen naar Thom Yorke-achtig gezang. Geen idee hoe ik moet omschrijven wat hij doet, maar wat ik wil zeggen: zingen is niet het doel, het is het gevolg. Het is een expressie die er muzikaal uitkomt, omdat ik nu eenmaal uit een muzikantenfamilie kom. Dat is een andere benadering dan bij het soort mensen dat ambitieus met zingen bezig is. Mijn uitgangspunt is anders, waardoor techniek en manier van zingen niet belangrijk zijn. Mijn stem staat in dienst van het gevoel, dat bepaalt hoe iets er uit komt. En eigenlijk vind ik dat ook maar normaal: als je praat, let je ook niet op hoe je articuleert. Je drukt je uit met de focus op intentie, niet op de vorm. Als je dat wel doet, wordt het iets technisch, en dat is moordend voor de muziek.”

‘De beste popsongs zijn erg simpel, dus ik ga zien waar eenvoud mij brengt’

 Merk je dat je qua songschrijven al beter weet wat je doet?

“Neen. (lacht) Want ik weet sowieso niet wat ik doe. Als je leert schrijven, krijg je woordenschat, grammatica, en wordt het vanzelfsprekend dat je zelf een brief kunt schrijven. Als je jezelf dat leert, moet je voortdurend woorden opzoeken, wordt het plantrekkerij. En zo gaat het met mijn songschrijven. Ik weet amper iets van akkoorden of theorie. Dat is beperkend, dus ik probeer wel wat te leren. Ik analyseer songs die ik goed vind, probeer te begrijpen hoe ze harmonisch in elkaar zitten, en waarom dat werkt. Tegelijk twijfel ik of dat goed om doen is, want ik ben bang dat als ik te veel weet … (mompelt) Alsof ik op dit punt al te veel kan weten. Neen, wat het is: het lijkt me een grote berg om te beklimmen, alles nu nog moeten leren, op mijn leeftijd. Eigenlijk zoek ik samenwerkingen, maar alle goeie muzikanten zijn zo druk bezig dat het zoeken is hoe ik nu verder moet gaan. (denkt) Eigenlijk zijn de beste popsongs heel erg simpel, dus ik ga zien waar eenvoud mij brengt.”

Ook als je jezelf alles leert, bouw je je eigen taal, je eigen grammatica waarmee je dingen doet. Voel je nu al dat je negentiende of twintigste song gemakkelijker komt dan je eerste, dat je al iets hebt geleerd?

Het is te vroeg voor die vraag. Misschien kan ik daar over een jaar iets zinnigs over zeggen, maar op dit moment ben ik nog geen twee jaar bezig. Enfin, ik had wel al een manier van songschrijven, maar die is niet veranderd.”

Je teksten zijn vaak beeldend, maar ook vaag, zoals ook “While The Moon” zelf.

“Vind jij dat vaag? Tiens. De meningen zijn verdeeld hoor, het hangt van mens tot mens af. Eigenlijk is het heel duidelijk waar het over gaat. Vind je “What If” dan ook weinig helder?”

Ik heb er toch niet meteen betekenis uit gehaald.

“Ik weet nochtans zeker dat veel mensen zich kunnen herkennen in het gevoel in dat nummer. Veel liedjes hebben hun basis in iets waar ik niet als enige mee zit. Mijn moeder zei me dat het een van de weinige teksten is waar ze op gelet heeft, en dat het eigenlijk haar lijflied is. Klopt misschien wel, want nu zit ze opnieuw op zo’n sickening merry-go-round. Je kunt die tekst van “What If” persoonlijk interpreteren, maar net zo goed kan het op de maatschappij slaan.”

Waarom moest “While The Moon” de titel worden?

“Omdat ik dat een mooie titel vond. “What If” kon het ook halen. Maar als ik “Remember” had gebruikt, dan zou de vraag zijn: ’remember wat?’ En dus werd het “While The Moon”, lekker vertellend: terwijl de maan schijnt, over ons waakt, … schreef ik een plaat of zo? (schiet in de lach) Of aan het verdrinken in mijn tranen. Weet ik veel, je mag het zelf invullen.”

Wat betekent de maan voor je?

“De maan staat voor emoties, voor water: het heeft invloed op eb en vloed, waarop ook je innerlijke wereld beweegt, het vrouwelijke. Ik voel me als emotionele vrouw verbonden met de maand. Ik heb gehoord dat mensen wat emotioneler worden bij volle maan, of slechter slapen. Dat lijkt me logisch. Alles heeft wel met water te maken. Water is leven, en dus superbelangrijk, maar ze wordt precies wat minder geapprecieerd dan de zon, die iedereen heel graag heeft.”

Sommige songschrijvers komen nooit los van hun gitaar, jij durft al eens – zoals met die harp, maar ook op sax – zonder veel omhaal een onbekend, nieuw instrument beet te pakken.

“Durven? Mja. Maar die andere songschrijvers waar je ’t over hebt, hebben dan ook echt iets ontwikkeld met die gitaar, hebben er een sterke band mee.”

Precies. Jij denkt meer: ‘Wat het ook is, ik maak er wel iets mee’

“Ja, misschien wel. Snaarinstrumenten zoals die harp trekken mij sowieso aan. Ik heb nu ook een charango – een dubbelsnarige ukulele uit Zuid-Amerika – waarmee ik dingen uitprobeer. Ik denk dat ik gewoon graag leer.”

Waarom moest aan die ode aan het leven, “This Life”, nog het stuk “Urlicht” van je eufoniumspeler Niels van Heertum geplakt worden?

“Ons eerste idee was om iets in dezelfde lijn te doen met de band, maar dat klonk te vrijblijvend; goed om live te brengen, maar niet op plaat. En er was ook geen tijd om daar binnen onze beperkte opnametijd van vier dagen nog iets van te maken. En toen bedacht ik dat ik misschien wel gewoon Niels zijn ding wilde horen doen. While The Moon draait voor mij rond water, emoties, leven, adem, en zeker met dat laatste kan hij zich heel erg mooi uitdrukken. Ik vind het prachtig hoe je in “Urlicht” de adem hoort.”

“Dat was de tip die mijn klankman me gaf toen ik begin dit jaar depressief werd: ‘blijven ademen’  (lacht) Ok, als dat het enige is … Maar het is zo. Je kunt veel doen met ademen. Deep breathing om te ontspannen, je hoofd leeg te maken, ademen om warm te krijgen, … Kortom; leven is adem, dat is het eerste.”

Denk je dat mensen je muziek zwaarmoedig vinden?

“Ik weet niet of dat gebeurt, maar ik weet wel dat mensen mijn muziek associëren met het uiten van pijnlijke gevoelens als rouw, en dat vinden ze troostend. Dat is me al gezegd, dat mijn muziek niet zwaar voelt, maar net verlichtend. En ik begrijp dat. Er zijn op elk moment mensen verlies aan het ervaren, en toch lopen we rond in een wereld die doet alsof dat niet zo is. Zie je ooit een stervende oma, nicht, tante of zus op instagram? Neen. Daar lijkt het alsof iedereen permanent ok is, en blij. Dat is niet zo. Leven is ook aftakeling, ziekte en dood, maar dat steken we weg. Ik wil dat kunnen uiten zonder schaamte; het mag er ook zijn. Want er zit hoop in het feit dat iemand daarover zingt.”

Er zijn ongetwijfeld mensen die je daardoor opzoeken met hun verhaal. Hoe ga je daar mee om?

“Het gebeurt na concerten, maar ook via Messenger. Ik deel zelf gemakkelijk intieme dingen, omdat ik weet dat dat de deur voor de ander openzet om het ook te doen. Dat is een vorm van connectie die ons niet is aangeleerd, en dat vind ik jammer. Van mij mag het – wees maar eerlijk en doe je verhaal, want daarin zit verbinding. Heel veel liefde, zelfs. Je diepste pijn of angsten, alles waar je je over schaamt, daar zou je je niet voor moeten schamen; het is normaal. En zo ga ik daar ook mee om. Ik ben geïnteresseerd, vertel maar. Maar: ik kan moeilijk met iedereen een diepe vriendschap beginnen, en dat moet ook niet.”

“White Noise” moest een ‘creepy liefdesliedje’ worden. Waarom?

(Proest het uit) “Ja! Dat is een moeilijke vraag. Ik heb het gemaakt omdat ik ook mijn pianosong wilde, maar als je dan niet écht goed piano kunt spelen, is dat een probleem. Maar het klopt wel hé: het kan in de liefde heel eng worden. Ik heb al freaky dingen meegemaakt, het gevoel dat ik in psychologische horror was terechtgekomen. Situaties waarvan je denkt ‘dit is geen liefde meer, dit zijn demonen uit je kindertijd’. En dan krijg je spookverhalen. Nu, zelfs zonder griezelige psychologische toestanden vind ik een diepe hechting met iemand al vrij intens. Als dat dan breekt, blijft dat spoken in je hoofd.”

Tot slot: went het ondertussen al om een artiest genoemd te worden?

(koket) “Ja, daarom heb ik nu deze prachtige bril. (toont een dramatisch hartvormige zonnebril – gelach) Neen, een artiest … Ik denk dat ik dat altijd al ben geweest. Zelfs als was het mijn job niet, sommige mensen zijn dat gewoon. Dat doet me denken aan een meisje – ook een Naima trouwens – die bij mij in de lagere school zat, en schrijfster is geworden. Toen ik haar terugzag, merkte zij op dat ik toch altijd artistiek was. Dat ik graag creatief bezig was. Zelf had ik dat niet eens door, maar blijkbaar zagen de andere kinderen dat wel. Genetisch bepaald? Misschien, want naast mijn vader is ook mijn moeder heel erg creatief, zelfs al heeft ze er nooit iets mee gedaan. Soms heb je van die talenten die je niet benut. Ik had ook in de zorgsector kunnen belanden, ik heb ook echt een zorgtalen waar ik niets mee doe. Het knaagt nog wel. Ik heb geprobeerd verpleegkunde te studeren, maar dat is mislukt. Het was ook te heftig voor iemand zoals ik die slecht slaapt, maar ik blijf er stiekem over nadenken om iets in de zorg te doen, desnoods als vrijwilliger. Maar het moet natuurlijk wel passen bij mijn artiestenleven.”

Naïma Joris trekt vanaf 3/2 door de Vlaamse theaters. De volledige speellijst vindt u hier.

https://www.instagram.com/naimajorismusic/

https://www.facebook.com/naimajorismusic/

Reacties