Wallace Vanborn

Wallace Vanborn ontwaakt uit zijn slaap

“Na zo’n pauze van vijf jaar besef je wat voor schoons we eigenlijk beet hadden.” 

Het mocht even duren, maar plet-Wallace Vanborn perste er dan toch een nieuwe plaat uit. Ook een half decennium na hun laatste langspeler The Orb We Absorb woedt de Gentse zandstorm op het nieuwe A Scalp For The Tribe als vanouds. Wat is er veranderd? Frontman Ian Clement en bassist Dries Hoof hebben het over thuiskomen, kleurenpsychologie en leren uit je oude fratsen. “De pauze gaf ons de kans om weer vrij op zoek te gaan.”

Tekst: Tijl Van de Casteele
Beeld: Iris Teunissen

Hoe pikten jullie de draad weer op na vijf jaar? Was het een kwestie van van nul beginnen?

Ian Clement: “Voor A Scalp For The Tribe hebben we gedeeltelijk nieuwe nummers gemaakt, maar even goed de archiefkast eens opengetrokken. Dat kon gaan van volledige jams tot een frisse insteek die we uit het oor waren verloren; geen afgewerkte producten die lagen te beschimmelen in het repetitiekot, maar puzzelstukken die konden toegevoegd worden.” 

“Omdat we met stukken uit verschillende momentopnames hebben gewerkt, bevat A Scalp for the Tribe een waaier aan gevoelswaarden. Je hebt de duisternis van The Orb We Absorb, het frivole van ons debuut Free Blank Shots, en soms ook de strakheidvan Lions, Liars, Guns & God. Langzamerhand werd het schrijfproces…  (denkt na) een trip doorheen het leven van Wallace Vanborn.”

Die vereniging van de drie eerste Wallace-albums, stond dat van in het begin vast?

Dries Hoof: “Voor mij alleszins niet. Ondanks de vijf jaar die ertussen zit, hield ik nog steeds een vervolg op Wallace Vanborn in mijn achterhoofd. Door alles wat er ondertussen gebeurd is – Ian kreeg te kampen met een psychose, Sylvester (Vanborm, drum – red.) werd vader – zag ik het als een kans om bij andere projecten zoals Lee Anderson en Monskopoli aan de slag te gaan, maar het idee om uiteindelijk terug samen te komen en een plaat te maken is altijd gebleven. En toen we begonnen evolueerde die als vanzelf tot een mengeling van de vorige drie.”

Op welke manier hebben jullie zijprojecten invloed gehad op het nieuwe Wallace Vanborn?

Clement: “Iets anders doen stelt je in staat om afstand te nemen van je werk. De compleet andere werelden van Future Old People Are Wizards – in het geval van Sylvester – Almighty Mighty voor mij, of Lee Anderson voor Dries bleken zeer gezond voor het Wallace Vanborn dat we nu zijn. Het werkt herbronnend, in de zin dat we terug op zoek konden gaan naar wat we zelf uniek vinden aan de band.”

Was dat hiaat achteraf beschouwd noodzakelijk?

Hoof: “Het zou ook gelukt zijn zonder de break, maar ik ben wel tevreden dat die pauze er is geweest. We hebben er alle drie écht van gebruik gemaakt, net omdat ze onoverbrugbaar leek. We hebben er iets positiefs van gemaakt.”

Clement: “Voor Sylvester kwam het goed uit omdat hij net vader was geworden. In de periode tussen 2012 en 2013 ging het voor Wallace non-stop, het was gezond voor onze relatie als vrienden én bandleden om wat ruimte te nemen.”

Maar de terugkeer voelde toch als thuiskomen?

Clement: “Alsof je na jaren terugkeert naar je ouderlijk huis, en je nog weet waar alles ligt.”

Hoof: “Ik heb de schoonheid van de muziek die wij maken herontdekt. Middenin de orkaan van het tourleven ben je dat eerder aan het ondergaan. Toen we opnieuw gingen repeteren klikte het meteen, zoals bij dat ouderlijke thuis, ja. (lacht) Dan merk je plots weer wat voor schoons we eigenlijk beet hadden. En hebben.”

Hoe is de verdeling tussen oude en nieuwere nummers gebeurd?

Clement: “Begin 2017 was een overgangsfase. We braken met onze manager, en moesten dus eerst en vooral op zoek naar een nieuwe omkadering voor we concrete plannen voor een album konden smeden. Op die manier bleef het niet abstract. Eens dat opgelost was, zijn we beginnen te puzzelen: we maakten afspeellijsten van demo’s, en die puurden we uit tot dertien nummers die we zijn gaan opnemen. Daarvan hebben we nog drie nummers afgeschoten en twee in de koelkast gestoken voor een split-ep met Paceshifters die er nog moet aankomen.”

Hoe hebben jullie dan voor eenheid gezorgd op A Scalp for the Tribe?

Clement: “Het beest moet een naam hebben, en de thematiek van A Scalp for the Tribe komt wel overeen met het merendeel van de nummers. Sommige grijpen wel terug naar wat ik – en in het verlengde Sylvester en Dries – hebben meegemaakt in Rancho De La Luna (de studio van Chris Goss waar ze The Orb We Absorb opnamen – red.). “Even A Broken Guru Is Right At Least Two Times A Day” is mijn ode aan Goss en mijn ervaringen in zijn studio: wat ik dacht te zien tijdens piekmomenten van de psychose. “Mastering Ascension” kan je ook in die tijdsgeest plaatsen. Daar gaat het ‘m om het vergankelijke van het tastbare en het onsterfelijke van de ziel.”

“Die twee nummers blikken dus iets meer terug op het verhaal van Wallace Vanborn dan dat ze vooruit kijken. Op The Orb We Absorb had ik het over een link naar een wereld achter deze wereld, en dat blijft deels aanwezig in deze plaat, maar het leek mij aangenamer om de boodschap van de plaat te bundelen met wat anders. “From A to Yellow” schept bijvoorbeeld een totaal ander beeld. In ’t kort: als je valt, raap jezelf terug op en blijf gaan.”

Wat is het verhaal achter de titel “From A to Yellow”?

Clement: “Dat is een restant van de waanbeelden die ik na afloop van The Orb We Absorb kreeg. De psychoot in mij zag op een gegeven moment alles in kleuren, ook mensen. Dries was bijvoorbeeld donkerrood, Sylvester donkerblauw. Op mijn slechtste momenten voelde ik me heel paars, maar op mijn goede momenten was ik wat oranje. Binnen de logica van die psychose kwam dat omdat ik een beetje meer geel in me had. Geel is zo’n waanzinnige, optimistische kleur. Bij die song probeer ik uit te drukken dat het leven soms eens wat rooskleuriger – of geelkleuriger in dit geval – mag gezien worden.”

De albumtitel doet dan weer denken aan Quentin Tarantino’s Inglorious Basterds.

Clement: “In essentie vraagt A Scalp for the Tribe om een nuance die te snel verloren gaat. Zoals de hoofdhuid van de Duitse soldaten in die Tarantino vakkundig gescalpeerd en als trofee gehouden worden, staat vijandigheid en trots vaak boven dialoog. De hoes roept dan ook het beeld op dat we tegenwoordig onze tegenstander liever gefileerd zien, dan dat we naar oplossingen zoeken. 

Instrumentaal gezien is het ook een drukke plaat geworden, tjokvol ear candy. In “From A to Yellow” hoor je in de verte het geklink van cocktailglazen na de zanglijn “Copa-fucking-cabana”. 

Hoof: “Ik denk dat het jeugdige enthousiasme van Free Blank Shots daar even is teruggekeerd. (lacht) Ook die plaat hadden we zelf opgenomen, net als we nu hebben gedaan. We hadden toen zo veel vrijheid dat we de nummers hebben volgepropt met alle toeters en bellen die ons te binnen schoten.”

Less is more stond niet hoog op de agenda?

Hoof: “Toegegeven, er zitten veel oogrolmomenten in die plaat. Maar ondanks dat – of misschien net daarom – is het grappig. De onderliggende energie wilden we graag opnieuw creëren: de bruisende jeugdigheid van de eerste, maar ook de woede van de tweede en het apocalyptische van de derde plaat, én de wijsheid die we uit de nasleep van die laatste hebben gehaald. 

Clement: “Stiekem vind ik het geweldig om me eens te verliezen in details.”

Hoof: “Ja! Dat bedoel ik!”

Clement: “Dat is ook het voordeel van zelf te producen: je kan de tijd nemen om met de opnames te spelen, toch zolang de intentie van het nummer overeind blijft. Achteraf kan je dan nog altijd zeggen dat het té veel is – of niet genoeg. (lacht) Op Free Blank Shots was het vaak véél te véél, maar die grens aftasten werkt heel prikkelend, niet alleen voor ons, maar ook voor de luisteraar die de nummers vaker wil beluisteren.” 

Relativeren jullie jezelf meer op die manier?

Hoof: “Ik denk dat dat eruit is gevloeid. Er borrelde vroeger meer boosheid in ons, maar na al die tijd begin je jezelf inderdaad te relativeren als muzikant. Muziek maken is nog steeds plezier maken. Het brengt een gevoel over, en als dat humor is, mag dat nu. De manier waarop we onze boodschap brengen is anders: vroeger was het pure woede, nu wordt alles iets lichtvoetiger gebracht.”

Clement: “Voor mij is het grote verschil dat het ten tijde van The Orb We Absorb echt móest gebeuren. Voor mezelf dan, zowel tekstueel als muzikaal. Nu moet het ook soms nog, maar mag het vaak ook gewoon.”

https://www.wallacevanborn.com

https://www.facebook.com/wallacevanborn/

https://www.instagram.com/wallacevanborn/

Reacties