Idles
VAN REBELLIE VIA WEERSTAND NAAR HET KIEWITSE WEILAND
portret In twee jaar tijd wakkerde IDLES de gloed aan die smeulde onder gefrustreerden aller landen tot een laaiende vuurzee van weerstand tegen het status quo. Omdat ook onze oksels al weken niet meer droog staan, leek het geen slecht idee om op zoek te gaan naar de herkomst van zo veel hitte.
TEKST MATTHIAS DILLEN
“Het geluid van de revolutie!”, “Ik drink al twee jaar niet meer!”, “Moeder!” De laatste keer dat we het Britse vijftal IDLES aan het werk zagen, enkele maanden geleden in Trix, leek eerder op een collectieve therapiesessie. De vastberaden jonge minderheid van het publiek had als vanouds vooraan postgevat om er zijn enthousiasme en woede voornamelijk fysiek te bekoelen. De linie daarachter zag een al te bekend fenomeen en kneep wat harder in haar plastic bekertjes. Zij zouden zich niet mengen in die kolkende pogo waarin ze een decennium eerder nog een dagjob afzwoeren of hun brillen verloren. Midscheeps heerste de mentale verdrukking. Je kon je niet van de indruk ontdoen dat in de zaal een verleden werd herbeleefd, terwijl de jonge veulens zich van een nieuwe toekomst verzekerden. IDLES dus. Een verwijzing naar tegelijk het nietsdoen van de luierik en het idool dat aanspoort tot actie. Wat volgens de band beide archetypes verbindt? De verbeelding. Nochtans krijgen de makers van albums als Brutalism en Joy as an Act of Resistance vaak ongewenst de labels ‘post-punk’ of ‘bijtend post-brexitrealisme’ naar hun hoofd gezwierd. Maar met het zwartgallig cynisme waarmee in beide genres vaak wordt gekoketteerd wil de groep niets te maken hebben. “Dan wil ik gewoon roepen dat iedereen zijn mond moet houden”, zei frontman Joe Talbot eerder in VICE. “Een politieke utopie ligt op het einde van de weg.” Die weg is al lang en moeilijk begaanbaar gebleken, zowel voor de band als voor Talbot, wier evoluties moeilijk van elkaar zijn te scheiden.
Snel succes
Debuut Brutalism uit 2017 en het daaropvolgend succes doen anders vermoeden. In 2009 dronk, zoog en snoof Talbot zich als kleine zelfstandige van de Bristolse bar Batcave onder toeziend oog van mede-eigenaar en bassist Adam Devonshire nog ei zo na een weg naar het hiernamaals. De band stond in de kinderschoenen en dacht voornamelijk in termen als ‘hits’, ‘major labels’ en ‘het perfecte moment’. IDLES mikte op snel succes en haakte zo nietsvermoedend aan bij de mythe van de selfmade man, een verhaaltje waarbij wel meer kleine zelfstandigen zichzelf in slaap wiegen. Diezelfde mythe inspireerde de Britse regering ooit om de zorgverzekering te privatiseren, waardoor ze ‘onsuccesvolle’ levens wist te kortwieken. Met het uitblijven van de roem kwam de ontnuchtering: wie in dit leven niet snel opklimt, moet het zelf maar zien te rooien. De band bleef de katers opstapelen en zocht heil in te vermijden uithoeken van de britpop. Getuige daarvan de single ‘Meydei’ uit 2012, een niemendalletje op plateauschoenen dat ruimte weet te verspillen op de voorts best verdienstelijke ep Welcome. “We probeerden elke week als een andere band te klinken,” biechtte Talbot nog op in een interview met The Guardian, “enkel en alleen om onze eigen stem te vinden.” In deze periode werden echter de eerste bouwstenen gelegd van de gekende IDLES-sound: een parade van snijdende gitaaraanslagen, een snaredrum als een machinegeweer en een geboren leider helemaal vooraan. Talbot in VICE: “Ik geloofde dat ik in de NBA kon spelen. Ik geloofde dat echt. Het was je reinste narcisme. Maar toen kreeg mijn moeder een beroerte.” Talbot naderde de dertig – in termen van pop-muziek pensioengerechtigd – en nam intussen ook al enkele jaren de mantelzorg voor zijn zwaar zieke moeder op zich. Zelfmedelijden loerde om de hoek. Zijn lot kwam hem volstrekt willekeurig en onrechtvaardig over. En dus vloog de frontman nog meer in de drank. Uiteindelijk belandde haar foto op de hoes van Brutalism. Het levens einde van Talbots moeder werd tijdens de opnames van overheidswege versneld, waardoor Brutalism nog meer ‘haar’ plaat werd. IDLES plaatste zich met de release van de plaat in een oude traditie van geluidsdragers: de eerste geluidsopnames van begin 1900 werden immers door hun angstige luisteraars nog als stemmen van geesten geïnterpreteerd. Werk des duivels. In oktober 2017 werden enkele vinyls van Brutalism met de as van Talbots moeder bedrukt. Ze kon met andere woorden gaan spoken over het oude eiland. Uiteindelijk zou de single ‘Mother’ exemplarisch blijken voor de persoonlijke, maar ook maatschappelijke weg die de band verder zou inslaan: ‘The best way to scare a Tory is to read and get rich.’
Geluid van de verzoening
De dood van zijn moeder kon voor Talbot een persoonlijk keerpunt betekenen. Catharsis op zijn best. Maar er bestaat geen voor of na, geen IDLES 1 en IDLES 2. De dood noch het initiële succes werkten louterend voor de band. Want ook tijdens en na de opnames van Brutalism overheersten gevoelens van desillusie en verlatenheid: “We gaven er niet meer om. We geloofden niet langer in de industrie, we gaven geen zak meer om labels en agenten”, zei Talbot in VICE. “Op dat moment was onze huid zo dik dat we niets meer konden voelen.” De band schreef de muziek zonder Talbot. De enige uitweg leidde inwaarts, en wat Talbot daar aantrof was een overhoop gehaalde mentale huishouding. De zanger vereeuwigde zijn klopgeesten in inkt en zocht opnieuw verbinding met de band. Dankzij lovende kritieken in DIY Magazine en op andere hippe blogs, resoneerde die persoonlijke opkuis in heel wat andere huishoudens. Een jaar na de release begon IDLES gezwind aan de tweede langspeler, maar inmiddels was hun uitgangspositie veranderd. De underdog was het winnen niet gewend. De teksten werden ingefluisterd door fans, en journalisten waarschuwden voor de stereotiepe ‘moeilijke tweede plaat’.
De band begaf het onder de druk. Ze besloten de opnames van hun tweede album stil te leggen en zochten heil in, jawel, groepstherapie. Het resultaat van hun rondje openlijk praten over verdrukte gevoelens is duidelijk. Waar de band op Brutalism innerlijke demonen nog met hun hele hebben en houden te lijf gaat, probeert IDLES op Joy as an Act of Resistance de verzoening tussen extremen op te zoeken. Talbot ontwaarde in de Britse samenleving een schizofrene polarisering; een toestand die hij maar al te goed herkent en nog steeds probeert te beslechten. Zo blijft op opener ‘Colossus’ het verleden Talbot achtervolgen. ‘They laugh at me when I run / I waste away for fun / I am my father’s son / His shadow weighs a tonne.’ Als in een angstwekkende koortsdroom nadert Talbots vader, met in zijn zog het archetype van het dronken, gewelddadige geslacht. ‘It goes and it goes and it goes’, zo dreunt de zanger als een working class sjamaan zijn mantra op. De schaduw lijkt daarna de band definitief het zwijgen op te leggen, tot een snel ‘One, two!’ het startschot geeft waarmee IDLES op Joy definitief losbreekt. Talbot identificeert zich met het gehele spectrum van de mannelijkheid. Fred Astaire, homofobe worstelaars en criminelen passeren de revue. De monotone gitaren maken plaats voor glijdende riffs en Talbot wordt vocaal bijgestaan door wat meerdere innerlijke stemmen lijken. Op ‘Danny Nedelko’ kan een bloedbroeder dan weer tegelijk een Nigeriaanse moeder van drie zijn, Freddie Mercury of een buitenaards wezen. IDLES maakt op de plaat komaf met het tegengesteld denken. De verzoening klonk nog nooit zo strijdvaardig.
Geen rebellie nodig
Toch blijven op Joy as an Act of Resistance ook vragen klinken die de band bij aanvang maar moeilijk kon beantwoorden: hoe klinkt verzoening en misschien nog belangrijker, in welke hedendaagse armen komt deze verzoening terecht? Het is immers opmerkelijk dat de tweede lp niet Joy as an Act of Rebellion heet. De rebellie ruimde baan voor weerstand. Door de jaren heen hebben Talbot en de zijnen genoeg rondgetrokken in het achtergestelde hinterland van het Verenigd Koninkrijk en Europa. Ver weg van de steden sluimerde de revolutie van een machteloos publiek. Post-brexit-VK had geen rebellie nodig. Die zou ontaarden in een verder gepolariseerde samenleving. Toch wilde IDLES aansporen tot weerstand. Zo leest ‘Joy’ als een inleiding op de moeilijk verworven levenslessen van Talbot. Geloof niet wat de televisie als normaal presenteert. Geloof niet in de ‘wij-zij’-retoriek van politici. Geloof niet in de Apocalyps. Bied weerstand door te praten met elkaar. Bied weerstand door je kwetsbaar op te stellen. Bied weerstand door vreugdevol te zijn. Ook live stelt de zanger zich kwetsbaar op. Toen hem in Trix een pils werd aangeboden, begon hij temidden van de opgeheven plastic bekers het alcoholvrije leven te bewieroken. “It’s about trying to educate by example”, vat Talbot in VICE samen. Op het eerste gezicht klinkt die boodschap in de eenentwintigste eeuw nogal puberaal, op zijn best naïef. De boedelbeschrijving van die eeuw werd al vaak opgemaakt. We zouden leven in een permanente staat van vermoeidheid en overprikkeling. Het zou het tijdperk van de versnelling zijn. Toch lijkt muzikale vernieuwing te vertragen. Sterker nog: innovatie verwijst dezer dagen niet langer naar de inhoud, maar naar de technologie waarmee we muziek organiseren. En zoals in de begindagen van geluidsdragers duiken ook nu de geesten weer op. De gehele geschiedenis, inclusief genres en instrumenten, zijn letterlijk overal digitaal beschikbaar. Algoritmes schrijven de geschiedenis op basis van individuele luisterervaringen. Zo wordt muziek een zaak van de verdrijving van het unieke. Binnen de technologische innovatie lijkt herhaling de norm te worden – een herhaling die in ons tijdperk paradoxaal op hoongelach wordt onthaald. Wat telt is immers het unieke. En zo herbegint de hele cyclus. Wat IDLES wordt verweten, is zijn directe link met het verleden. Elke recensie verwijst immers naar usual suspects als Fugazi, Ramones of The Clash. Maar misschien is dat net het lot dat een authentieke band dezer dagen moet dragen, op het gevaar af momenteel fake of ‘uncool’ te zijn. De band lijkt met Joy voorlopig echter over genoeg zelfvertrouwen te beschikken. Een Duitse filosoof zei ooit over Napoleon: “Ik heb de wereldgeest te paard zien voorbijrijden.” Die wereldgeest heet vooralsnog IDLES.