Ramkot

IN DE STUDIO MET RAMKOT: ‘Het moet ruig zijn, maar geen metal’

Een paar songs per keer, telkens in sessies van een paar dagen. Het gaat Ramkot zo voor de wind, dat het zoeken is naar opnametijd tussen de vele optredens door. In de Gentse Number Nine Studio’s was het trio afgelopen maand toe aan de tweede sessie voor wat een debuutplaat moet worden. Wij mochten langslopen, en hoorden drie klankfetisjisten aan het werk. ‘Maar alles begint met de song, dat spreekt vanzelf.’

Beeld: Glen Van Muyllem

Geen vuiltje aan de lucht wanneer we ons aanmelden. Tom Leyman trapt eindeloos het pedaal van zijn kickdrum in, in de controlekamer wordt aan knopjes gedraaid, schuifjes op het computerscherm worden aangeklikt. Tot het geluid juist zit, en er naar een volgend onderdeel van het drumstel kan worden overgegaan. “Dit stuk duurt eindeloos lang”, geeft Tom toe. “Maar het hoort er bij als je drummer bent. Eenmaal dat gebeurd is en de bandtakes opgenomen, kan ik relaxen.”

Dit moét even, vindt ook zanger-bassist Hannes Cuyvers. “Bij een three piece-band als ons is het drumgeluid nu eenmaal superbelangrijk. Als dat niet goed zit, komt het niet goed. Drums bepalen heel hard de sound van een band, dus we zijn daar de laatste jaren enorm op beginnen te geeken.”

We staan niet toevallig in de Number Nine Studios, zo blijkt. “Deze plek staat bekend om zijn goeie drumsound’, legt Tom uit. “Daarom komen we hier altijd terug. Sebastian Omerson, de eigenaar, is iemand die ook overtuigd is van dat idee dat studio-opnames voorbereiden meer inhoudt dan eventjes vijf microfoons rond het drumstel zetten. Deze soundcheck zal het grootste deel van de dag innemen, en dat mag. Samen met de nummers inspelen, natuurlijk. Al zal dat eerder vannacht zijn. Het vraagt wat geduld, maar we weten dat het moment dat we eindelijk mogen spelen altijd wel komt.”

Heb ik hier te maken met klank-geobsedeerden, misschien? Tom knikt. “Je mag ons klankfetisjisten noemen, ja.” Dat krijg je natuurlijk met twee studenten Muziekproductie in de band, dan gaat die derde mee in het verhaal. “Dit is na onze twee EP’s de derde keer dat we in deze studio zitten als band, en we voelden ons klaar om het heft mee in handen te nemen”, aldus Hannes. “We wisten immers heel goed wat we nu wilden doen. Ik heb echt een idee in mijn hoofd van hoe die plaat moet klinken. Dan gaat het vaak om heel specifieke referenties, zoals de snaredrum uit Joe Cockers “Woman To Woman”. Dat is zo’n geluid dat ik graag wil kunnen vatten.”

“We zijn geen metalband, maar het moet wel ruig zijn. We oversturen onze pre-amps, het mag allemaal wat distortion hebben en wat nasty klinken. En ook het ruimtelijk gevoel is belangrijk; het moet leven. Daarom nemen we ook live op en spelen we samen in één kamer. De versterkers staan elk apart in een andere ruimte, zodat we hun geluid wel zuiver kunnen capteren.”

“Het is belangrijk dat we modern klinken”, gaat Hannes verder, “het mag niet lo-fi zijn. Dan denk ik aan een band als De Staat, Royal Blood, of die plaat van QOTSA die ze met Mark Ronson opnamen. Hoewel we gigantische nineties fans zijn, streven we naar een  ‘moderner’ soort klankbeeld. De nieuwe plaat van Jack White vinden we qua sound ook wel vet.” Tom: “Terwijl dat zeker niet zijn beste is, maar de productie is wel de max!”

Niets voor de radio

Hannes wil even iets rechtzetten: “Dat wil niet zeggen dat we geen belang hechten aan de songs. Daar begint het altijd mee. Sleutelen aan de sound van alles is de laatste stap. De nummers die we vandaag opnemen spelen we al lang, sommige vier of vijf jaar. En in die tijd werden ze vaak grondig herschreven.”

Vandaag worden er twee nummers opgenomen, werktitels “Fire On” en “Dancing In A Dream”. Nadrukkelijk geen kandidaat-singles, zegt Tom. “Ze zijn lang en vrij intens. We zijn er ons van bewust dat we ook singles nodig hebben, maar we proberen toch zo vrij mogelijk te blijven. Deze twee songs liggen qua songwriting heel ver uit elkaar, maar het blijft toch Ramkot. Als we ons alle drie laten gaan, dan schiet het ook alle kanten op, en dan moet je aanvaarden. Het zal waarschijnlijk geen radiomateriaal zijn, maar live werken onze nummers wel erg goed, net omdat ze zo intens zijn.”

“Er gebeurt heel veel in deze songs, ze zijn niet zo rechttoe rechtaan”, vult Hannes aan. “In “Dancing In A Dream” zit een bijna-jazz stukje. Het neigt een beetje naar wat we op onze vorige EP deden op “Eye To Eye”; volledig los gaan in de studio. Dat willen we nu ook doen. We horen zelfs piano en strijkers op één van de tracks.”

Ondertussen gaat het drumchecken door. Microfoon na microfoon wordt getest, instellingen getweakt. Als een rasechte professor Barabas draait Sebastian aan allerhande knoppen. Na anderhalf uur lijken we er bijna te zijn. “Ik ga even overheads doen, jij mag gewoon wat rondspelen”, klinkt het van control room naar de opnamekamer. We horen hoe er even geroffeld wordt op de volledige kit, terwijl Sebastian de microfoons boven de drumkit nog wat afstelt. En dan loopt het fout.

Klank voor alles

Uit de grote opnameroom komen lichte alarmkreten. “Ik heb te weinig laag in mijn kickdrum”, klinkt het bezorgd bij Tom. De hele band buigt zich over de zaak. Dit is duidelijk geen kwestie van wat schuifjes afstellen, hier schort iets aan het fysieke ding. Ampel onderzoek brengt licht in de duisternis. Dat P4-drumvel moeten we vervangen door een P3. Nu ja, klank boven alles, dus dat is dan maar zo.”

“Je moet altijd rekening houden met miserie”, zegt de drummer. “We hebben ook al eens een versterker opgeblazen; dat was pas gedoe. Nu kijken we er vooral van op dat het net die basdrum is, daar hadden we nog nooit problemen mee. Maar goed, dat lossen we wel op. Een vel vervangen is tien minuten werk. Vroeger zou ik me er meer in opgejaagd hebben, maar nu weet ik: dat is in de studio zitten. En gelukkig is dit een omgeving waar heel veel op te lossen is, al was het maar door even in ‘het museum’ rond te lopen, en een vervangstuk uit de collectie hier te gebruiken.”

Allemaal goed en wel, maar zonder nieuw vel kan hier niet worden opgenomen. Instrumentenzaken worden afgebeld of ze dat specifieke vel hebben liggen. Neen? Jammer. Tot het Tom te binnen schiet: “mijn oude drumstel heeft dezelfde afmetingen”. Case closed, er moet gewoon even over en weer gereden.

Nijdigheid

Waarmee het hoofdstuk drums even is afgesloten. Hannes laat zijn bas nu weerklinken. Sebastian vraagt aan stagiair Jasper om een bepaald bakje even te gaan tweaken: “Eerst less, dan more. Dat zou een soort venijn of nijdigheid moeten geven.” En dan gitaar. Tim Leyman speelt er lustig op los. “Wedden dat dit riffje een song moet worden?”, grijnst zijn broer. “Zo gaat het altijd.” En dat zijn basdrum al “een stuk meer klinkt in de richting die we willen. Komt wel goed, dus.”

https://www.facebook.com/Ramkot.band/?locale=nl_BE

https://www.instagram.com/ramkot.band/

Reacties