Equal Idiots

Equal Idiots

Een paar jaar terug openden ze nog klappertandend een festival, vandaag staan de immer enthousiaste Equal Idiots te blinken met een tweede plaat en een plekje in het voorprogramma van rocklegende Jack White. “We mogen onze beide pollekes kussen voor wat we allemaal al bereikt hebben.”

Foto’s: Evy Ottermans

Opgroeien is moeilijk. Ook voor zanger en gitarist Thibault Christiaensen en drummer Pieter Bruurs, die hun krachten bundelen als het vlammende garagerockduo Equal Idiots. Na ontelbaar veel optredens besloten de twee ergens na de zomer van 2018 een vervolg aan hun debuut te breien. Adolescence Blues Community heette de nieuweling, een conceptuele plaat die het midden houdt tussen speelse jeugdigheid en de verlammende onzekerheid van het ouder worden.

Mocht u het al vergeten zijn: Equal Idiots is de band met die verslavende ‘p-p-p-p-p-put my head in the ground‘-single. Maar eerst was er nog “Salmon Pink”, waarmee ze in 2016 De Nieuwe Lichting wonnen en uiteindelijk ook strandden in de finale van Humo’s Rock Rally. Om het als muzikant te maken, hoef je echter niet het bekendste muziekconcours van België te winnen, zo bewees het duo nog maar eens. Dat “Salmon Pink” werd grijsgedraaid op Studio Brussel en een plek opeiste in De Afrekening, zorgde ervoor dat ze in de smaak vielen bij jonge oren.

Christiaensen geeft zonder schroom toe dat de groep van heel wat geluk mag spreken. “Alle publiciteit en airplay heeft ons springlevend gehouden”, vertelt hij. “Bovendien denk ik dat we er alles aan gedaan hebben om de kansen die we kregen met beide handen te grijpen. Er zijn verschillende mensen die die wedstrijd winnen en op dat moment veel publiciteit krijgen, maar bij velen stokt die media-aandacht op een bepaald moment. Dat is gelukkig bij ons niet gebeurd.”

Conclusie: onbeteugelde garagerock slaat behoorlijk aan bij de jeugd?

Christiaensen: “Wellicht, ja. Maar we hadden het geluk dat we voor onze deelname aan De Nieuwe Lichting al veel hadden opgetreden. Met al die nieuwe kansen wilden we het onderste uit de kan halen. Hoeveel concerten hebben wij op dat ene jaar zelfs niet gespeeld?”

Bruurs: “Voor ons was er een leven voor en na Humo’s Rock Rally. Dat was een rollercoaster waar je instapte, en je probeert je altijd te verbeteren en de livesets nog beter op punt te krijgen. Op korte tijd moést er wel iets staan. Je staat er niet lang bij stil eens je in die rollercoaster zit omdat je agenda zodanig volgepropt is. Toen er vroeger een weekend was dat we niet speelden, zagen we mekaar vaak niet. Op zulke momenten begin je wel na te denken: ‘Waar zijn we eigenlijk mee bezig?'”

Christiaensen: “Op korte tijd kwam er zoveel bij. Plots hadden we een manager, booker, geluidsman, lichtman, roadie, tourmanager, en ga zo maar door. Alles werd op zeer korte tijd naar een hoger niveau getild. Toen we na onze zege nog ergens speelden, dachten we constant: ‘Wow, al die mensen hebben 20 euro betaald om naar ons te komen kijken – holy shit.’ We moesten naast plezier maken ook effectief een show neerzetten, zodat mensen waar kregen voor hun geld.”

Het was anders om te spelen na De Nieuwe Lichting en de Rock Rally. Werd muziek maken minder plezierig?

(beiden) “Nee, integendeel!”

Christiaensen: “Het enige waar we mee worstelden, was die toegenomen aandacht. Gelukkig werden we omringd door mensen die onze artistieke visie deelden en steunden. Daardoor is ons speelplezier totaal niet weggeëbd. Het is zeker niet dat wij wilden dat het serieuzer moest worden. We hadden meer het gevoel dat we meer over de band moesten nadenken. Als we daar goed over zouden reflecteren, dachten we, zou het op langere termijn net toffer worden.”

Bruurs: “Nog voor ons eerste album hadden we al ambities en plannen om te groeien. Het doel was toen vooral om dat debuut op te nemen. Toen dat uiteindelijk op tafel lag, kwamen er meer optredens en mochten we zelfs op festivals spelen – dat smaakte naar meer. We creëerden wel ambities voor onszelf, maar we hadden bij elk hoogtepunt het gevoel: ‘Veel zotter dan dit gaat het niet worden.’ En, jawel, elke keer werd het tienduizend keer zotter.” (lacht)

Christiaensen: “Zoals ik het nu zie, zitten we nog maar aan het begin van onze carrière. Mocht het nu plots stoppen – ik moet mijn arm amputeren door een of andere grillige ziekte, of zo – dan weet ik wel dat we het onderste uit de kan hebben gehaald en er honderd procent van genoten hebben.”

Vermoeidheid

Daardoor is Equal Idiots op plaat twee nog even herkenbaar als op dat Eagle Castle BBQ. De zelfverklaarde “nozems uit Hoogstraten” mogen dan wel ‘idiots’ in hun bandnaam hebben staan, er wordt wel serieus nagedacht over de volgende stap. “We blijven twee nozems, maar wel twee nozems met een plan,” vertelt Bruurs. “Met een nuchtere ingesteldheid beseffen we maar al te goed dat het ooit gedaan kan zijn. Maar dan weten we wel dat we onszelf helemaal hebben gegeven.”

Na hun goed ontvangen debuut en ontelbare liveshows heerste er bij de twee zelfverklaarde ‘boerkes van de Kempen’ onzekerheid over hoe het nu verder moest. Wie goed keek naar de interviews van het duo zag enigszins een soort vermoeidheid op hun gezichten.

Christiaensen: “Ik denk dat dat ergens wel klopt, ja. We hebben drie jaar vollenbak gespeeld, en ik ga niet zeggen dat er geen sleur in zat, maar wel een soort routine. Er was toen een leegte ontstaan, we wisten we dat ons even moesten terugtrekken om ons te bezinnen over de volgende stap. De gitaren laten liggen en even niks doen. Pure decompressie. Er was wel meteen het plan om een tweede plaat te maken, al was dat niet gemakkelijk. In tegenstelling tot Eagle Castle BBQ moesten we nu vanaf nul beginnen. Tegelijk ben ik ook blij dat we zo’n periode hebben gehad. Op creatief vlak was dat inspirerend, zeker om nieuwe teksten te schrijven. We kwamen allebei net van school, we moesten werk beginnen zoeken en we gingen alleen wonen. Je begrijpt pas hoe alles verandert eens je elke maand de huur moet betalen.”

Hoe is die bezinningsperiode in jullie tweede plaat gekropen?

Christiaensen: “Wat we met dit album vooral wilden doen, is die onzekerheid van jongvolwassenen overbrengen. Misschien kan dat samenhorigheid opwekken, want iedereen heeft dat gevoel  al eens meegemaakt. Eigenlijk zit de hele periode er in verwerkt van toen we afstudeerden en hoe we kort daarna even stopten met optreden. Ik heb kweetniehoeveel uren in mijn living doorgebracht op mijn akoestische gitaar om nieuwe nummers te maken. Een houvast zoals op ons debuut, nummers die we al lang hadden gemaakt, was er nu totaal niet. Op een gegeven moment was ik zelfs zodanig de pedalen kwijt dat ik dacht: ‘Shit, ik ben het kwijt.'”

Bruurs:  “Thibault en ik moesten onze tijd goed inplannen om samen in het repetitiekot te duiken en opnieuw te jammen. Elk goed idee dat we hadden, namen we op met onze gsm en lieten we uiteindelijk aan onze producer Thomas Valkiers horen. Voor ons is hij zowat het derde lid van Equal Idiots, vooral omdat we volledig met hem op dezelfde lijn zitten. Na die korte opnames begonnen we meer na te denken over wat we nu eigenlijk wilden zeggen en goten we alles in een structuur.”

Christiaensen: “Rond oktober 2018 zijn we even gestopt met spelen om constant met die opvolger bezig te zijn. Niet dat we onder druk werden gezet om iets nieuws uit te brengen, overigens. We wilden vooral niet de hele tijd “Salmon Pink” en “Put My Head In The Ground” spelen.”

Bruurs: “Rond eind december van datzelfde jaar hebben ik, Thibault en Thomas ons een week opgesloten in de studio. Die week was enorm inspirerend voor ons. Ik denk dat toen bijna de hele plaat—”

Christiaensen: (Verward) “Neuh gij! Ik denk meer een zeventig procent.”

Bruurs: “… zeventig procent van de plaat, dus, is toen ontstaan. We wisten dat dat tweede album cruciaal was, want dan moet je je bewijzen. We wilden ook een plaat maken waar we zelf tevreden van waren en die we graag live wilden spelen. Ik geloof ook dat we nu een plaat hebben waar we driehonderd procent van overtuigd zijn.”

Christiaensen: “Die week was voor ons de ultieme bevestiging dat we ons talent nog niet kwijt waren. Dat besef was ook cruciaal om uit die periode van onzekerheid te breken. Equal Idiots blijft op Adolescence Blues Community nog steeds licht verteerbare rock, maar het voelt wel anders.”

Zijn er, naast de ervaring van het opgroeien, andere dingen die jullie geïnspireerd hebben?

Christiaensen: “Onze inspiratiebronnen zijn volgens mij altijd heel duidelijk – daarover ga ik nooit rond de pot draaien. Voor “Time” heb ik bijvoorbeeld heel veel naar The Velvet Underground geluisterd en we hadden ook het idee om zo’n soort nummer te maken. Ik denk dat “Wrong” het scheurnummer van de plaat moest zijn. Dat moést een soort White Stripes-feel hebben. “

Het verbaast me dat je de White Stripes noemt. Op Studio Brussel zei Jack White nog dat rockduo’s gedoemd zijn om te mislukken.

Christiaensen: “Dat zegt hij nu, maar hoe is hij zelf groot geworden? We hadden onlangs een optreden en we hebben daarna in de auto de hele tijd naar Jack White geluisterd. Na elk nummer dachten we: ‘Die dude. Hoe doet ‘ie het toch?’ Hij geeft zo zijn eigen sound aan alles, en dat zal voor ons altijd de grootste inspiratiebron zijn. Sorry, maar, als je een rockduo bent en hem niet als inspiratiebron noemt, dan gaan er bij mij alarmbellen af. Ik geloof best wanneer mensen zeggen dat de muziek die Jack en Meg White maakten hen niet interesseert. Maar niemand kan zeggen dat het samenspel van die twee niet op z’n minst inspirerend was. Zoiets was pure magie. Punt uit.”

Over Jack White gesproken: hoe voelt om Jack Whites voorprogramma te mogen verzorgen?

Christiaensen: “Da’s echt megazot. Ik kan het nog altijd niet goed geloven. Ik kreeg het nieuws te horen toen ik op restaurant zat met mijn vriendin. Ik herinner me nog dat ik een spaghetti aan het eten was en ik plots een telefoontje kreeg van mijn manager. Ik zag de oproep te laat en plots belde Pieter mij om het nieuws te vertellen. Daar zat ik dan met mijn spaghetti: ik kreeg geen hap meer door mijn mond.” (lacht)

“Jack White is al zo lang een van onze grote helden, dus dat we mogen optreden in zijn voorprogramma is wel een droom die werkelijkheid wordt. Zeker omdat we in het prille begin van Equal Idiots nog vaak een nummer van The White Stripes speelden, gewoon omdat we die muziek zo graaf vonden.”

Nog even terug naar jullie samenspel. Op “Adolescence Blues”, het laatste nummer van het tweede album, lijkt alles samen te komen.

Christiaensen: “Klopt. Dat was nota bene ook het eerste nummer dat klaar was, én het eerste nummer waarvan ik eerst de tekst had geschreven en we dan pas de muziek voor hadden gemaakt. Dat was trouwens ook de enige song waar dat ooit is gelukt. Het is het moment waarop we ons open en bloot geven. Dit zijn onze onzekerheden en angsten over de toekomst. Het gaat ook over het cliché dat jongeren zich zogezegd weinig aantrekken van de toekomst en alleen maar plezier willen maken. Dat willen we nog steeds, begrijp ons niet verkeerd, maar het gaat veel verder dan dat. Die nuance zien de meeste mensen niet.”

Bruurs: “Dat kinderkoor op het einde was voor ons de kers op de taart. Het is misschien het meest symbolische moment waar alles samenkomt in het refrein: ‘We don’t care, we’re just having fun/We don’t care, we’ll just go along’ Het brengt een zekere nuance in alles wat we tot nu toe al gedaan hebben als Equal Idiots. We zijn jong, maken reteveel plezier, maar we worstelen ook enorm met de volgende stappen in ons leven.”

Christiaensen: “We hebben moeilijke waters doorzwommen om op dit punt te geraken. We zijn en blijven de idiots van weleer, maar we hebben nog veel meer te vertellen. Als ook maar iemand zich in onze boodschap herkent, zijn we in onze opzet geslaagd.”

“Het enige waar we ooit mee geworsteld hebben, was de toegenomen aandacht”

“We zijn en blijven de idiots van weleer, maar we hebben nog veel meer te vertellen” “Als je een rockduo bent en Jack White niet als inspiratiebron noemt, dan gaan er bij mij alarmbellen af”

http://www.equalidiots.com

https://www.facebook.com/equalidiots/

https://www.instagram.com/equalidiots/

De ‘derde Idiot’

U kent hem misschien nog als een kwart van de onsterfelijke jongensbende X!NK, maar tegenwoordig is Thomas Valkiers gitarist bij CRACKUPS en werkt hij vooral achter de schermen als producer. Equal Idiots mag zich een van zijn klanten noemen, zodanig zelfs dat ze hem beschouwen als het (onofficiële) derde lid.

“Ik ben bij de band betrokken geraakt toen we de demo van “Salmon Pink” hadden opgenomen, nog voor ze De Nieuwe Lichting hadden gewonnen”, vertelt Valkiers. “Ik leerde Thibault en Pieter kennen omdat ze vaak naar onze live-shows van The Crackups kwamen kijken. Ze waren fan van onze muziek, en zo zijn we eens na een concert aan de praat geraakt.”

Het klikte meteen. Toen Equal Idiots nog voor hun zege in De Nieuwe Lichting getipt werden als het nieuwste muzikale snoepje, klopten Bruurs en Christiaensen aan bij Valkiers om hun geluid in de juiste richting te stuwen. “Uiteindelijk kwamen ze ook terug om bij mij een EP op te nemen, waar we lang aan hebben gewerkt.” De samenwerking tussen de drie was zo vruchtbaar dat de Idiots uit Hoogstraten Valkiers ook wilden als producer van hun debuut. “Sjiek. Ik heb er geen andere woorden voor dat ze me bewieroken als ‘hun derde lid’.”

“Ik vind het trouwens altijd grappig als ze vragen of ik live niet eens met hen wil optreden”, zegt Valkiers. “Dat wijs ik altijd af, omdat de magie die die twee met elkaar hebben te mooi is om tussen te komen. En nee – hoe verleidelijk het ook zou zijn – ik zou het zelfs niet doen mochten ze zich herdopen tot Triple Idiots.”

Reacties