High Hi

‘Eén miljoen streams op Spotify is wel cool, maar daar koop je niets mee’

Het ging het Antwerpse High Hi dit jaar voor de wind. Met “Daggers” kende het trio zijn ultieme doorbraak, en na een drukke festivalzomer, volgde in het najaar een ererondje langs het clubcircuit. Gesprek met een band die het allemaal zelf bijna niet kan geloven.

Tekst: Dimitri Van Vossel

Beeld: Glen Van Muylem

In welke omgeving komt jullie muziek het best tot zijn recht? 

Dieter Beerten (drums/zang):”In een clubomgeving, een kleine zaal zoals de Ancienne Belgique. Daar kan je meer aandacht besteden aan details.”

Anne-Sophie Ooghe (zang/gitaar): “Een festivaltent werkt anders ook perfect, denk ik. We hebben deze keer niet enkel aandacht besteed aan onze muziek, maar ook aan de hele ervaring, met belichting en artwork. Die elementen komen het best tot hun recht binnen, in de duisternis.”

Weverbergh: “Goh, een hoofdpodium in openlucht gaat uiteraard ook zonder problemen, hoor.”    

Kruipt er nog veel werk in het vertalen van de muziek zoals die is opgenomen naar een live-setting?  

Ooghe: “Wanneer een album klaar is, volgt er voor veel bands een moment van decompressie. Dat was bij ons in dit geval niet zo. We hadden allemaal het gevoel dat het nu pas echt begint. Dat maakt deel uit van ons avontuur. We zijn ondertussen wel beter geworden in loslaten. De vorige plaat wilden we live perfect naspelen, nu durven we veel meer te verkennen wat live het best klinkt. Tijdens de opnames zijn we er helemaal niet mee bezig hoe een live publiek al dan niet zou reageren. Maar eens een nummer is ingeblikt en we beluisteren de track, kunnen we wel een stap terug nemen en beseffen welke stukken live het leukst zullen zijn om te spelen.”   

Koen Weverbergh (bas): “Zoals het nummer “Return To Dust. Als iedereen dat einde live meezingt, wordt dat een kippenvelmomentje. Door live te spelen, hebben we de plaat helemaal opnieuw leren kennen en heb ik vaak op mezelf gevloekt: ‘Waarom heb ik dit stuk in godsnaam zo moeilijk gemaakt?!’”

“We maken embryootjes die we samen opvoeden tot volwassen nummers”

Beerten: “Live klinkt alles in ieder geval wat gebalder en meer gefocust. De vertaalslag die we moeten maken is ook voor ieder nummer anders. Ik hou er bijvoorbeeld van om live te werken met analoge drumcomputers en samples van percussie. Dat voelt veel natuurlijker en tactieler aan dan Ableton of zo. Ik vind het een van de mooiste complimenten wanneer mensen zeggen dat ze onze muziek live nog beter vinden dan op plaat.”

Billie Eilish vertelde dat in één fragment wel 87 zanglijnen samengevoegd worden. Zijn jullie zelf obsessief met jullie muziek bezig?

Beerten: “Iedereen compt tegenwoordig, en wat de vocals betreft is het zeker belangrijk om heel veel takes te doen en te zien dat alles juist zit. Het is wel heel confronterend om je eigen geïsoleerde stem te horen. Dat kan bij momenten nefast zijn voor je zelfvertrouwen. Na drie platen en ondertussen ontelbaar veel liveoptredens weten we echter beter wat we willen. Tijdens de opnames trek je de resultaten voortdurend in twijfel en ga je op zoek naar wat je kan verbeteren. Maar eens je bij de finale mix aankomt, mag je die vragen niet meer stellen en moet je dat kunnen plaatsen.” 

Ooghe: “Wat ik niet kan, is er zelf bij zijn en naar mijn eigen stem luisteren terwijl die wordt gecompt. Ik word me op dat moment veel te bewust van wat ik doe en al snel is niets nog goed. We vullen elkaar daarin wel uitstekend aan. Ik heb in Dieter en Koen klankborden die het me zeggen als iets niet oké is. Ik denk dat het een volledig andere ervaring zou zijn, mocht ik er alleen voor staan. We stellen ook veel van de gitaarstukken samen uit verschillende takes, wat tot gevolg heeft dat ik eerst gitaarlijnen inspeel en die vervolgens volledig door elkaar worden gegooid. Daarna moet ik uitvissen hoe ik het resultaat live kan spelen, een hele uitdaging bij momenten.”

Hoe gaan jullie te werk bij het maken van nieuwe muziek?

Beerten: “Het schrijfproces duurt bij ons nooit lang. Op erg korte tijd schrijven we een stuk of tien nummers bij elkaar, waar we dan mee verdergaan. Het merendeel van die nummers komt dan ook op de plaat terecht. Tijdens dat proces experimenteren we heel veel met de volgordes binnen die tracks. Er wordt nog wel serieus gewisseld en aangepast. We maken embryootjes, en die voeden we samen op tot volwassen nummers.”  

Is er een rode draad doorheen Return To Dust?

Beerten: “Dit album gaat over het leven en de dood, over verloop, heropleving en escapisme. Het gaat over de flow van het leven, over hoe dingen starten en stoppen en dat dit niet erg hoeft te zijn, dat het leven soms heel zwaar kan zijn en hoe je je doorheen die momenten worstelt.”   

Ooghe: “Meestal merken we pas laat in het proces dat er een thema is dat de nummers verbindt. Ook deze keer werden de dingen die ons bezighielden plots door de plaat aan de oppervlakte gebracht en beseften we wat er in elkaars hoofd omging. Dat gold niet alleen voor de teksten, maar ook instrumentaal was er een bepaalde vibe die we hebben aangehouden, zonder er op voorhand over na te denken. De coronacrisis heeft ontegensprekelijk een rol gespeeld. Je begint jezelf heel wat existentiële vragen te stellen. Dat hoeft niet per se persoonlijk te zijn, maar kan te maken hebben met de manier waarop we als maatschappij belangrijke uitdagingen uit de weg gaan, zoals de milieuproblematiek. Daarom is de plaat interpreteerbaar op zowel micro- als macroniveau. “Due Dates gaat over uitstelgedrag, van dagelijkse dingen die niet leuk zijn, tot klimaatproblemen.” 

Weverbergh: “Ik denk dat we door ongeveer driekwart van het proces heen waren, toen we echt wisten waar we het over hadden en waar we mee bezig waren. Dat laatste kwart wordt daardoor plots veel vanzelfsprekender. Dan kan je alles aan elkaar puzzelen.”

Hoe moeilijk is het om van elkaar feedback te aanvaarden?

Weverbergh: “Dat kan bij momenten best heftig zijn, maar je moet dat een plaats kunnen geven. Je doet het tenslotte allemaal voor de band. Iedereen zegt waar het op staat. Open communicatie is daarbij superbelangrijk. En gelukkig beseffen we alle drie dat we het allemaal doen om High Hi beter te maken.”

Beerten: “Op termijn merk ik dat ik gelukkiger word van collectieve beslissingen, dan wanneer ik halsstarrig vasthoud aan mijn eigen ideeën. Het is misschien minder leuk om bepaalde stukken op drums minder heftig in te spelen en niet voortdurend loos te gaan op de crashbekkens, maar het is het eindresultaat dat telt. Soms levert dat wat wrevel op, maar dat duurt meestal niet langer dan een uur.”

Ooghe: “Niet langer dan een kwartier, zelfs.”

Wat met externe kritiek? Volgen jullie wat er over jullie wordt geschreven?

Beerten: “Ik volg dat wel op. Ik vind onze eigen plaat vijf sterren waard en wanneer die dan ergens drieënhalve ster krijgt, wat afhankelijk van het medium vaak nog steeds een goede quotering is, dan word ik defensief en heb ik de neiging om te denken dat ze ons beter gewoon die vijf sterren hadden gegeven.”

Ooghe: “Ik doe dat minder. Ik zou er ook niet goed mee om kunnen, mocht onze plaat slecht ontvangen zijn. Dan zouden er veel liveoptredens moeten volgen om dat te compenseren. Daar halen we telkens zoveel positieve energie uit dat dat het enige is wat ik als mogelijke remedie zou zien.”

Hoe ga je om met de verwachtingen die een hit als “Daggers” creëert?

Ooghe: “Ik moet toegeven dat ik nu voor de AB-show wel stress had, omdat ik het gevoel had dat we bepaalde verwachtingen moesten inlossen. Ik denk niet dat mensen beseffen dat we veel van wat we nu doen nooit eerder hebben gedaan.”

Weverbergh: “Mensen zeggen al snel: ‘Maar dat is toch wat jullie doen? Dat is toch je job?’, maar het was een goede zaak dat we voor die show enkele try-outs konden spelen. Uiteraard hoopten we alle drie keihard dat er veel volk in de AB was. Maar we spelen niet alleen gloednieuwe muziek, het was ook nog eens onze eerste keer met een staand publiek in die zaal. Dus dat zijn allemaal dingen die voor wat zenuwen zorgen.”

Wat is het doel? High Hi als fulltime job?

(In koor) “Absoluut!”

Ooghe: “Al vanaf het eerste moment. We hebben sindsdien nog geen pauze genomen.”

Beerten: “Bij anderen voor wie die muziek niet het allerbelangrijkste is, zie ik ook dat het moeilijk vol te houden is. Het is zeker niet altijd makkelijk en om de opofferingen te blijven maken die nodig zijn, moet je je er wel helemaal op focussen. Als je een week vol optredens in het verschiet hebt, moet je die knop telkens omdraaien om in werkmodus te komen. Het mag dan geen nine-to-five zijn, maar het is daarom niet minder inspannend. Je wilt steeds zo goed mogelijk presteren.”

Weverbergh: “We gaan all-in. Ik ga wel op een andere manier naar mijn werk dan naar een optreden. Dat is niet te vergelijken.”

Wat zou voor jullie de voornaamste validatie zijn van het nieuwe album?

Beerten: “In het najaar doen we een clubtour. Als die zou uitverkopen, zou dat de max zijn. Een miljoen streams op Spotify is wel cool, maar daar koop je niets mee. Dat blijft heel abstract en weinig tastbaar.” 

“Ik merk dat ik gelukkiger word van collectieve beslissingen, dan wanneer ik halsstarrig vasthoud aan mijn eigen ideeën”

Weverbergh: “Wat Dieter zegt, maar ook de festivaloptredens deze zomer op Werchter en Pukkelpop. Als daar veel volk op af komt en we kunnen tonen waartoe we in staat zijn, dan kan ik me moeilijk een beter gevoel inbeelden.”

Beerten: “We blijven ondertussen met beide voeten op de grond. Ann-Sophie verpakt en verstuurt de platen nog steeds zelf, en op tour staan we vaak persoonlijk aan de merchstand. Een platenlabel als Warner Music pikt zeker een graantje mee van het succes, maar geeft ons alle mogelijkheden en vrijheid om dit alles te kunnen doen.”

Welke momenten zijn jullie bijgebleven van dit album?

Beerten: “Voor mij is dat het moment waarop ik de demo voor “Return To Dust” had gemaakt. Op een halve dag was dat nummer er en kon ik het doorsturen naar Ann-Sophie en Dieter. Dat was meteen ook het moment om te beseffen dat de bal opnieuw aan het rollen was. Als je de demo naast het afgewerkte product legt, merk je ook dat er uiteindelijk weinig aan is veranderd.”

Weverbergh: “Ik denk dan vooral terug aan onze studiomomenten. Die momenten waarop je net samen iets hebt opgenomen, wanneer je naar elkaar kijkt en gewoon weet dat het goed zit. Voor dit album heb ik mezelf voor een groot stuk moeten heruitvinden in die zin dat ik op de basgitaar helemaal terug naar de basics ben gegaan. Ik besefte dat ik niet op de juiste manier speelde en dat ik het technisch heel moeilijk had. Het ging zelfs zover dat ik op YouTube video’s bekeek over hoe ik m’n plectrum moet vasthouden of op welke hoogte ik mijn bas het best hang. Achteraf gezien typeert dat ook heel hard de plaat: het concept van herboren worden.”

Ooghe: “Ik zie vooral de momenten bij ons op zolder. Dieter en ik zijn twee jaar geleden hier komen wonen en het was dus een volledig nieuwe omgeving om in te lachen, te vloeken en te creëren. In de voorbije twee jaar waren er voor ons alle drie veel veranderingen en het is interessant om te bedenken op welke manier tijd en ruimte onze plaat hebben beïnvloed.”

High Hi speelt op zondag 3 juli op Rock Werchter. Meer tourdata via www.highhi.be

https://www.highhi.be

https://www.facebook.com/HighHiBand/

https://www.instagram.com/highhiband/

Reacties