Fleddy Melculy

De rest van het nieuwe album heeft veel meer inhoud, echt!

Dezelfde dag waarop de mysterieuze boodschap “Het is bijna tijd…oktober” verschijnt op de sociale media-kanalen van Brabantse metaliconen Fleddy Melculy, loopt er op de RifRaf-redactie een mailtje binnen om eens langs te gaan in de studio van frontman Jeroen Camerlynck “omdat ze daar met iets bezig zijn”. No shit, Sherlock. In de kerk van Melculy is zondag blijkbaar een gewone werkdag en als godvruchtige zielen kunnen we deze viering niet aan ons laten voorbijgaan. Onversaagd spoeden we ons ter plaatse. 

Niemand had ooit kunnen vermoeden dat de vruchtbare bodem in het Pajottenland zo vervuild zou zijn met Vlaamse metalen. En toch is het op deze plek, vaak lyrisch omschreven als ‘het hol van Pluto’, dat Fleddyklassiekers als ‘Pinker’, ‘Geen Vlees Wel Vis’ en ‘T-Shirt Van Metallica’ het levenslicht zagen. Niets aan deze omgeving doet nochtans enige vorm van geweld vermoeden. Voor het landelijke huis, omgeven door groen, graast wat klein wild nietsvermoedend in het rond en vanuit zijn kleine thuisstudio kijkt Jeroen Camerlynck uit over vredige velden. Hoe hij erin slaagt om zich in zo’n rustgevende omgeving telkens weer op te winden, is een raadsel. 

Eenmaal voorbij de glazen schuifdeur, worden we meteen teruggeslingerd naar de middelbare school waar termen als ‘binnenrijm’, ‘metrum’ en ‘nadruk’ duchtig heen en weer vliegen. Het grootste verschil met de lessen Latijn zijn de grunts en pig squeals die te pas en te onpas de gesprekken binnendringen. Gelukkig is er tussendoor ook ruim de tijd voor grollen over ‘dikke coupletten’ en ‘That’s what she said’-grappen, voor debatten over de muziekscene anno 2019 en uiteraard voor (Belgische) pintjes.   

‘Ge gaat dat

stukske toch

Vlaamser moeten

uitspreken’

JEROEN CAMERLYNCK
ZANGER

In de kamer kijken vijf mannen aandachtig toe hoe eentje aan de micro het vuile werk opknapt, terwijl Camerlynck, op zijn pantoffels, als een ware dirigent van achter een groot scherm aanwijzingen geeft, de verschillende tracks opneemt, en op de juiste plek neerzet. Vandaag worden de guest vocals opgenomen voor ‘Nederhel vs Helgië’. Daarvoor zijn Daniel Polman (a.k.a. Mr. Rectum), Jaco de Swart (a.k.a. Jackie Flawless) en Jeroen van der Lee (a.k.a. Rampage Delicious) van de Nijmeegse band X Raiders – het voormalige Rectum Raiders – naar België afgezakt. “Je moet tegenwoordig ook zoiets op je plaat zetten, om in Nederland te kunnen verkopen”, schertst Camerlynck lachend. De gitaren die in een rijtje aan de muur hangen en de versterkers in de hoek blijven onaangeroerd. 

Vanuit het comfort van de zwartlederen sofa worden aan de lopende band tips gegeven telkens een X Raider achter de microfoon plaatsneemt. “Ik zou die zin op dezelfde manier flowen als die ervoor”, gaat het dan, of: “probeer dat laatste stuk niet te hard omhoog te trekken aan het einde” en “ge gaat dat stukske toch Vlaamser moeten uitspreken”. Het gaat er alleszins veel minder conflicterend aan toe dan het nummer in kwestie doet vermoeden. De guest vocals worden één voor één opgenomen en door de Fleddy-frontman in verschillende lagen over elkaar gelegd. Hij weet duidelijk waar hij naartoe wil als hij vraagt: “Kan je het ‘neuken, poepen’-stukje nog eens opnieuw doen?” Van der Lee vraagt zich luidop af of dat nu werkelijk de reden is waarom ze helemaal naar België zijn gereden, waarop Govers terugvuurt: “ach, zo kunnen jullie ook nog eens écht bier drinken.” Touché.  

Een fanfare als voorprogramma 


De sfeer in de studio is los en gemoedelijk, en iedereen kent elkaar duidelijk al goed. “We hebben X Raiders leren kennen toen zij in ons voorprogramma speelden”, legt Camerlynck uit. “We waren zo enthousiast over hun muziek dat we hen meteen hebben meegevraagd voor de rest van de Kerk van Melculy-tour in België en Nederland. Je kan je niet voorstellen wat voor bands sommige organisatoren in ons voorprogramma steken. Op een bepaald moment stond daar gewoon een fanfare — echt, dit is geen grap. We reden elke keer naar de show met de vraag ‘what the fuck gaan we deze keer krijgen?’ tot op een dag de X Raiders als voorgerecht werden geserveerd. Dat vonden we allemaal vet, en we zijn bovendien achteraf nog heel lang blijven hangen om pinten te drinken. Het is moeilijk voor een Nederlandstalige band om, zonder echt label-support, in het buitenland te gaan optreden. Dus wij waren zeker van een rete-strak voorprogramma en zij stonden plots op de podia van Het Depot, de Vooruit, Muziekodroom, de plekken waar ook Belgische bands van dromen om ooit te staan.” 

Dirty track

‘Nederhel vs Helgië’ blaast de eeuwenoude vete tussen België en Nederland nieuw leven in, maar of binnen- en buitenlandse politiek dan een rode draad is voor Sabbath Fleddy Sabbath, zoals de nieuwe zal heten? “Goh, we nemen nog altijd de dingen die we zelf elke dag ervaren en zien op de korrel, maar het is allemaal niet meer zo simpel als bijvoorbeeld ‘Brood’ of ‘Pinker’”, aldus de Fleddy-frontman. “Zo’n nummers ga ik niet meer schrijven. Het was grappig en fun in die tijd, maar als ik dat nu opnieuw zou doen, dan val je als band gewoon in herhaling en word je ‘de band van de mopjes’. De nieuwe plaat is nog altijd scherp en tongue-in-cheek, maar veel serieuzer dan zijn voorgangers. Je kan als band geen tombola’s blijven organiseren in het midden van je set, anders wordt het afgezaagd. Je moet je eigen cliché voor zijn. De nieuwe plaat is een bewijs dat je hetzelfde kan doen zonder in herhaling te vallen op een slimme en doordachte manier.” Govers knikt instemmend: “Je merkt ook duidelijk een evolutie in de platen, van Helgië naar De Kerk van Melculy. Dat laatste album was qua inhoud ook al een groot verschil met het eerste.”

Aan het einde van de sessie worden de drie X Raiders nog eens strategisch rond de microfoon geplaatst om een extra laagje ‘poepen’ en ‘neuken’ te verzorgen, wat voor het nodige jolijt zorgt in de studio.
“Hoe meer, hoe beter”, daar is iedereen het over eens. Er wordt voor de zekerheid ook een ‘dirty track’ opgenomen, waarbij ieder een extreem karikaturaal stemmetje gebruikt (grunt, falset, enz.). Het duurt even voor iedereen is bijgekomen van het lachen, maar daarna zit het er op. De opnames zijn helemaal klaar en het schaven tot Sabbath Fleddy Sabbath helemaal goed zit kan beginnen.
Dat is werk voor de mixer, maar eerst is het tijd voor een frisse geuze in de plaatselijke staminee, waar wordt nagekaart over optredens, over de Nederlandse rock-’n-roll-legende Dikke Dennis en over het opnameproces van de nieuwe.

‘Dit wordt de hardste en meest aggressieve Fleddy-plaat, maar ook de meest toegankelijke’

JEROEN CAMERLYNCK
ZANGER

Daarover kan nog niet veel informatie worden vrijgegeven. “Iedereen die hem heeft gehoord, zegt hetzelfde: het is de hardste en meest aggressieve Fleddy-plaat, maar het is wel de meest toegankelijke”, licht Camerlynck toch een tipje van de sluier. “Er staat bijvoorbeeld ook een nummer op met Sven De Caluwé van Aborted, om je een ideetje te geven van waaraan je je kan verwachten: Nederlandstalige deathcore met een stevige snuif Thy Art Is Murder-invloeden. We werken op de nieuwe plaat ook met een nieuw team samen; iemand anders die de plaat mixt, andere mensen voor de video’s. Niet omdat we niet met steengoeie mensen hebben samengewerkt in het verleden, maar gewoon om fris te blijven, en onszelf uit te dagen. Verandering van spijs doet eten, zeggen ze.”  

Reacties